a |
b |
c | d | e | f |
g |
h |
i | j | k |
l | m |
n |
o |
p | q |
r |
s |
t |
u | v | w | x | y | z | 0 | 1 | 2 | 3 | 4 | 5 | 6 | 7 | 8 | 9
Click one of the letters above to advance the page to terms beginning with that letter.
A
-
Abdominaal
-
Met betrekking tot het abdomen (de onderbuik), het bovenste deel van het lichaam, tussen de borst en het bekken.
-
Agressief
-
Agressief kan worden gebruikt om de activiteit of ernst van prostaatkanker te beschrijven. Wanneer de ziekte agressief is, groeit ze mogelijks sneller of verspreidt ze zich sneller in het lichaam.
-
Apoptose
-
Celdood. Term die beschrijft hoe lichaamscellen van nature sterven door een gecontroleerd of geprogrammeerd proces.
B
-
Botdensitometrie
-
Botdichtheidsmeting: meting van de stevigheid van de botten.
C
-
Cholesterol
-
Soort vet dat in de bloedbaan teruggevonden wordt.
G
-
Gelokaliseerde prostaatkanker
-
Men spreekt van gelokaliseerde prostaatkanker wanneer de kanker enkel binnen in de prostaat blijft.
H
-
Hormoontherapie
-
Hormoontherapie of hormonale therapie voor prostaatkanker stopt de testosteronproductie in het lichaam of hoe de kankercellen erop reageren. Dat zorgt ervoor dat de prostaatkankercellen die afhankelijk zijn van testosteron, zichzelf vernietigen en afsterven.
I
-
Impotentie
-
Impotentie is een soort van seksuele stoornis bij mannen en beschrijft het onvermogen om een erectie te krijgen of te behouden om geslachtsgemeenschap mogelijk te maken.
-
Insuline
-
Eén van de hormonen in het lichaam dat de hoeveelheid glucose in het bloed regelt.
L
-
Lokaal gevorderde prostaatkanker
-
Men spreekt van lokaal gevorderde prostaatkanker wanneer de kanker buiten de prostaat begint de groeien en de omliggende weefsels aantast.
-
Lycopeen
-
Een natuurlijk antioxidant dat in tomaten (vooral bereide tomaten), watermeloen en roze pompelmoes wordt teruggevonden.
-
Lymfeklieren
-
Kleine ovale organen die deel uitmaken van het immuunsysteem en van hoe het lichaam reageert op infecties en ziektes. Ze maken deel uit van het lymfestelsel dat vloeistof met voedingsstoffen en afvalstoffen vervoert tussen de lichaamsweefsels en de bloedbaan. De lymfeklieren zijn een belangrijke plaats voor metastasen/uitzaaiingen (hoe kanker zich verspreidt in het lichaam).
N
-
Nuchtere bloedglucose
-
De hoeveelheid glucose in het bloed na ten minste 8 uur niet gegeten te hebben, of ’s anderendaags bij het opstaan.
O
-
Opvliegers
-
Opvliegers, of vapeurs, kunnen een neveneffect zijn van hormoontherapie bij prostaatkanker. Typerend voor opvliegers is een plots gevoel van intense warmte gepaard gaan met zweten en een snelle hartslag. Ze kunnen 30 seconden tot 30 minuten duren en meermaals per dag voorkomen.
-
Osteoporose
-
Een botziekte die een vermindering van de botmassa met zich meebrengt. Kan veroorzaakt worden door hormoonbehandeling bij prostaatkanker.
P
-
Palpatie
-
Het gebruik van de handen om het lichaam te onderzoeken op tekens van ziekte.
-
Pectoralis major
-
De pectoralis major of grote borstspier is de belangrijkste spier in de borst.
-
Perineum
-
De zone tussen het scrotum en de anus van een man of tussen de vulva en de anus van een vrouw. De bilnaad.
-
PSA-niveau
-
Het PSA-niveau of Prostaat Specifiek Antigen-gehalte in het bloed is een belangrijke indicator (of biomarker) van prostaatkankeractiviteit. Het kan gebruikt worden om te bepalen of de prostaatkanker snel groeit en of er een agressievere (sterkere) behandeling nodig is.
-
Psycholoog
-
Een gespecialiseerd klinisch medicus die mensen kan helpen om te gaan met de psychologische gevolgen van kanker, inclusief de patiënten zelf en hun familie en mantelzorgers.
R
-
Radicale prostatectomie
-
Chirurgische verwijdering van de hele prostaatklier en een deel van het omliggend weefsel.
S
-
Sarcopenie
-
Spieratrofie: verlies van spiermassa en kracht dat kan voorkomen als natuurlijk gevolg van het ouder worden, maar ook bij hormoonbehandeling tegen prostaatkanker. Tekenen van deze ziekte zijn evenwichtsverlies, verlies van gang en algemeen onvermogen om dagelijkse taken uit te voeren.
-
Selenium
-
Spoorelement en antioxidant dat wordt teruggevonden in look, ui, sjalot en prei.
-
Sulforafaan
-
Natuurlijk antioxidant dat wordt teruggevonden in alle kolen en kruisbloemige groenten (bijv. witte en rodekool, spruiten, bloemkool, broccoli).
T
-
Testosteron
-
Mannelijk hormoon. De meeste prostaatkankercellen zijn afhankelijk van testosteron om te groeien en te overleven.
-
Triglyceriden
-
Een soort van vet dat wordt teruggevonden in de bloedbaan.
U
-
Uitwendige radiotherapie
-
Doelgerichte bestraling van buiten het lichaam (in de bekkenregio in geval van prostaatkanker) die in de kankercellen binnen in het lichaam dringt. Ook externe radiotherapie (EBRT) genoemd.